1. STICHTING
Het is inderdaad al heel lang geleden dat enkele muzikale buitenbeentjes na enkele vergaderingen besloten een muziekmaatschappij op te richten. Een aantal mensen uit de (kleine) burgerij vormden het bestuur. Dokter August De Jaegher, die later ook nog burgemeester van Knesselare zou worden, was de eerste voorzitter. De fanfare kreeg van meet af aan financiële steun van het gemeentebestuur ( eene som van 200 franken ) en mocht de repetities geven ineen lokaal van de gemeenteschool. De allereerste optocht ging van een café in de Veldstraat naar een andere kroeg in de Kloosterstraat. Men speelde toen éénzelfde mars, zonder ophouden, om er zodoende niet uit te vallen . Maar de kwaliteit verbeterde snel en weldra trokken de muzikanten naar talrijke festivals en andere festiviteiten in het omliggende. Vaak gebeurde dit met paard en kar, goed geladen met spijs en drank. Talrijke bewaard gebleven medailles herinneren nog aan de deelname aan festivals in Oostende, Gent, Eeklo, Maldegem, Zomergem, enz Ook in eigen gemeente liet men zich niet onbetuigd. Onze fanfarenmaatschappij werkt onvermoeid om puike feesten in te richten, zeer voordelig voor de nering , zo schrijft men in het jaarverslag van de gemeente in 1897. Stoeten, processies, het bezoek van kerkelijke en wereldlijke personaliteiten, kermissen, inhuldigingen en sportwedstrijden, gouden bruiloften en begrafenissen, alles gaat gepaard met optredens van het muziek. |
|
Concertavonden en 11-julivieringen van de toneelbond De Vlaamsche Strijdbroeders (www.rederijkers.be) gebeuren in samenwerking met de fanfare. En na deze manifestaties worden korenten broden uitgedeeld alsook koeken aan de kinderen .Naar aanleiding van een van de vele kermissen waarop de fanfare optreedt, schrijft de verslaggever van t Getrouwe Maldeghem : De bevolking en de vreemdelingen zullen zich hier op eenen deftige wijze kunnen vermaken. Wij hebben hier geen danskotten of soortgelijke vuiligheid noodig om ons wel te verzetten (1892). | |
2. BOMBARDON ZOEK Tijdens de Eerste Wereldoorlog eisten de Duitsers alle instrumenten op, maar nadien vond men ze allemaal terug, behalve de grote bombardon. Een muzikant had het kostbaar stuk meegenomen toen hij verhuisde. Nooit is de fanfare erin geslaagd, zelfs niet via een proces, dit koperinstrument terug in haar bezit te krijgen.Ondertussen waren de meeste enthousiaste bestuursleden-stichters overleden of oudere mannen geworden. De optredens werden zeldzamer en steeds meer beperkt tot de traditionele sorties binnen de gemeente.Vanaf 1929 kwamen daar nog wat financiële moeilijkheden bovenop. Het bestuur vergaderde niet meer, een fel uitgedund groepje muzikanten speelde nog alleen op 11 november en in de processies.
De heropbloei van de vereniging kwam er in 1937 ter gelegenheid van de inhuldiging van een nieuwe weg. Met wat hulp van muzikanten uit omliggende gemeenten speelde men terwijl in een herberg op De Plaats enkele bestuursleden opnieuw bijeenkwamen. Ze kozen er de jonge dokter Placide Vanthuyne tot voorzitter. Een gebeuren dat op 5 december 1987 met de nodige luister werd herdacht. Remi Arnaut werd de nieuwe dirigent die een aantal jonge muzikanten wist bijeen te trommelen. |
![]() Dr. Placide Vanthuyne |
![]() Gerard Van de Casteele |
De Tweede Wereldoorlog zorgde opnieuw voor moeilijkheden, maar men bleef toch verder repeteren. In 1947 volgde de jonge onderwijzer Gerard Van de Casteele, inmiddels toch al tien jaar muzikant, Remi Arnaut op als dirigent. Inmiddels gaf hij het dirigeerstokje door aan zijn zoon Jan.
![]() Tijdens de oorlogsjaren ![]() Processie in 1949 |
Geef een reactie